Let op je woorden bedrijfsarts!

26 mei 2023 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Een verzuimende werknemer heeft een afspraak bij de bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft voorafgaand aan deze afspraak van de verzuimcoördinator begrepen dat de werknemer een ‘lastige man’ is en dat de leidinggevende bang is dat hij het verzuim wil rekken tot aan zijn pensioendatum. Als de werknemer vervolgens op het (verzuim)spreekuur met de bedrijfsarts komt, zegt de bedrijfsarts tegen de werknemer: 

“Daar zit een witte boze witte man, hij wil eerder met pensioen en hij heeft het niet meer naar zijn zin op zijn werkplek”

Dat was niet zo’n handige opmerking van de bedrijfsarts, want mede door deze opmerking dient de werknemer een klacht in bij het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven, waarover op 16 mei 2023 uitspraak is gedaan.

De werknemer verwijt de bedrijfsarts dat hij fouten heeft gemaakt in het eerste consult (o.a. het verwijt dat hij niet had mogen beschikken over voorinformatie van de werkgever (‘lastige man’) en dat de bedrijfsarts onvoldoende voorbereid zou zijn). Ook verwijt de werknemer dat de bedrijfsarts fouten heeft gemaakt in de verdere begeleiding (de bedrijfsarts zou volgens de werknemer hebben gedreigd met een arbeidsconflict, een rechtszaak en ontslag).

Wat betreft de opmerking van de bedrijfsarts (‘boze witte man’) erkent de bedrijfsarts dat hij dit heeft gezegd. De bedrijfsarts dacht daarmee het ‘ijs te breken’. Achteraf vindt de bedrijfsarts ook zelf dat dit geen handige en gepaste opmerking is geweest.

Zo ook het college:

“(…)

Het college is het met de klager (en de bedrijfsarts) eens dat deze bewoordingen ongepast zijn, zeker nu de bedrijfsarts kennelijk is afgegaan op de informatie van de werkgever en juist van hem had mogen worden verwacht dat hij het gesprek open in zou gaan. De te meer omdat, zoals ter zitting is verklaard, hij wist dat het gesprek gezien de voorgeschiedenis een zekere lading had en de klager verontwaardigd was over de gang van zaken. Het college verklaart dit klachtonderdeel gegrond.

(…)”

De overige klachten van de werknemer worden ongegrond verklaard. De bedrijfsarts in kwestie heeft de begeleiding verder zorgvuldig en adequaat opgepakt aldus het college.

De slotsom is dat de bedrijfsarts in deze kwestie zijn taak als bedrijfsarts (op de inhoud) weliswaar goed heeft uitgevoerd, maar heeft – zo lijkt het – door een onhandige en ongepaste opmerking toch een tuchtrechtelijke maatregel aan zijn broek gekregen. Weliswaar betreft het hier de minst zwaarste maatregel van een waarschuwing, maar toch vervelend voor de bedrijfsarts.

In een andere kwestie bij het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven van 6 april 2023, komt een bedrijfsarts er slechter vanaf. In die zaak krijgt de bedrijfsarts een berisping opgelegd, omdat hij zich tijdens het eerste spreekuur vijandig heeft opgesteld. De bedrijfsarts heeft onder andere zijn stem verheven en zich intimiderend richting de klager opgesteld. Waarbij vervolgens de klager ook nog eens voor 10% op zijn uitkering is gekort door het UWV (door de terugkoppeling van de bedrijfsarts).

Van dit consult zijn geluidsopnamen overgelegd door de klager en op basis daarvan vindt het college dat de bedrijfsarts zich in het consult niet professioneel heeft opgesteld en klager onheus heeft bejegend.

Dit blijkt volgens het college al uit de transcriptie van het gesprek, maar nog indringender uit de geluidsopname en wordt feite ook erkend door de bedrijfsarts. De redenen de bedrijfsarts heeft aangevoerd om zijn “strategie” te rechtvaardigen, overtuigen niet. Daar komt bij dat ook de wijze waarop de bedrijfsarts het verslag heeft gemaakt van het consult, in het geheel geen recht doet aan hetgeen daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.

"(...)
B: U bent C? U bent C? Hoezo wilt u dat niet zeggen?
A: Ik ben de bedrijfsarts C. Ik ben de bedrijfsarts C.
B: Oké, oké, dat is goed, oké.
A: Hoe gaat het met je ik wil nu antwoord op die vraag.
B: Ja uh even rustig alstublieft. Ik vind dit initimiderend.
A: Nee niets rustig. Jij gaat mij niet vertellen of ik mij rustig moet houden. Ik vraag jou hoe het met je is.
B: Ik vind dit heel intimiderend meneer.
A: ik vraag hoe het met je is. Kan je daar antwoord op geven.
B: Ik ga zo niet verder praten, want ik vind dit intimiderend.
A: Dan ga je er nu uit, dan ga je er nu uit.
B: Is goed. Is goed.
A: Dan rapporteer ik dat terug aan G ….(onverstaanbaar)
B: U gaat uw gang maar.
B: Meneer.
A: Jij geeft antwoord op mijn vraag. …vragen te stellen.
B: Ik vind dit heel intimiderend.
A: Wegwezen, eruit.
B: Wegwezen? Dat is heel intimiderend. Ik pak mijn spullen meneer. Ik vind dit heel intimiderend wat u doet. Heel intimiderend.
A: Daar is de deur.(...)"
Stuk uit de transcriptie van het gesprek tussen de bedrijfsarts (A) en klager (B)

Kortom: bedrijfsarts let op je woorden, want het kan je duur komen te staan! Zeker in deze tijd, waarin je er bedacht op moet zijn dat gesprekken worden opgenomen.

Gerelateerde artikelen