Een dozijn klachten aan het adres van een arboarts 

18 juli 2024 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Onder andere zou de arboarts niet duidelijk zijn geweest over dat zij geen bedrijfsarts was en dat zij onder supervisie van een geregistreerde bedrijfsarts werkte, geen adequate actie op de suïcidepogingen van de zieke werkneemster heeft genomen, geen collegiaal overleg heeft gevoerd, de zieke werkneemster zou hebben geadviseerd tijdens ziekte ontslag te nemen en/of in te stemmen met een vaststellingsovereenkomst, twee keer toegang tot het spreekuur heeft geweigerd en ook Long COVID niet heeft meegenomen in de vraagstelling richting het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.

Kortom: een hele waslijst aan klachten binnen een gecompliceerd verzuimtraject van een zieke werkneemster, die werkte als activiteitenbegeleidster op een dagbesteding. Zij heeft zich ziekgemeld nadat zij een klokkenluidersmelding had gedaan, omdat binnen haar team een deel van de opbrengsten van de dagbesteding niet werd ingeboekt. Als gevolg van deze melding is een van de collega’s ontslagen. In eerste instantie meldde de werkneemster zich ziek als gevolg van een coronabesmetting (Long COVID) en toen zij terugkeerde én werd geconfronteerd met de gevolgen van haar melding binnen het team (bij haar terugkeer heeft zij verteld dat zij de melding had gedaan), kwam bij de Long COVID nog een arbeidsconflict met een aantal suïcidepogingen tot gevolg. 

En dan verloopt ook de verzuimbegeleiding door de arboarts niet helemaal soepel (zie hiervoor) volgens de zieke werkneemster en dient een klacht in bij het Regionaal Tuchtcollege in Zwolle. Het Tuchtcollege moet over twaalf klachten oordelen, maar voor het eindoordeel, wordt het volgende opgemerkt door het Tuchtcollege:

Over klaagsters klacht ten aanzien van de gehele begeleiding en de door verweerster gegeven adviezen in zijn algemeenheid, oordeelt het college dat niet kan worden vastgesteld dat het traject als zodanig niet goed is geweest. Verweerster heeft een en ander zorgvuldig gedocumenteerd en zij heeft veelvuldig contact met klaagster gehad, waarbij zij telkens binnen afzienbare tijd op berichten van klaagster heeft gereageerd.

Dat gezegd hebbende vervolgt het Tuchtcollege haar oordeel: omdat de arboarts niet transparant is geweest richting klaagster over het werken onder supervisie, heeft zij het belang van een concrete invulling van de supervisie en de verslaglegging daarvan niet onderkend. Ook het feit dat de arboarts de zieke werkneemster tot twee keer toe de toegang tot het spreekuur heeft geweigerd, terwijl die toegang van essentieel belang is, rekent het college de arboarts aan. Aan de andere kant weegt het college mee dat verweerster heeft gehandeld in de hoedanigheid van basisarts, werkend onder supervisie en verantwoordelijkheid van een bedrijfsarts. Ook laat het college wegen dat de begeleiding in zijn algemeenheid goed is geweest.

Het Tuchtcollege oordeelt daarom dat de klacht gegrond is ten aanzien van het ontbreken van uitleg dat de arboarts onder supervisie werkte, het weigeren van toegang tot twee spreekuren en het zonder kenbare afweging niet meenemen van Long COVID in de vraagstelling aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.

Slotsom

Verzuimcasus zijn vaak ingewikkeld en kunnen helaas ook leiden tot tuchtklachten, voor een arboarts in dit geval. Twee belangrijke leerpunten:

  1. Voor de arboarts die onder supervisie werkt: zorg dat in het dossier duidelijk vastligt dat een arboarts onder supervisie werkt en wie de verantwoordelijk bedrijfsarts is.
  2. Arbodienst: toegang tot het spreekuur met de bedrijfsarts is wettelijk neergelegd in de Arbeidsomstandighedenwet en kan niet zomaar geweigerd worden.

Gerelateerde artikelen