Vloeit voort uit de Wet WIA
Raadpleeg hier de volledige tekst van het Schattingsbesluit.
Het CBBS is vormgegeven conform de regels uit dit besluit en wed na aanpassingen na de ingebruikname in 2002 als zodanig door de CRvB geaccepteerd.
Hier alleen de WIA-artikelen.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 2. De arbeidsongeschiktheidsbeoordeling
Lid 1
De arbeidsongeschiktheidsbeoordeling, bedoeld in de WIA
- de beoordeling van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid of
- de mate van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid,
- worden gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig onderzoek en
- een arbeidsdeskundig onderzoek.
Lid 2
Van het arbeidsdeskundig onderzoek kan worden afgezien:
GBM
- gedurende de periode waarin uit het verzekeringsgeneeskundig onderzoek blijkt dat betrokkene geen benutbare mogelijkheden heeft;
verergering binnen drie maanden
- indien uit het verzekeringsgeneeskundig onderzoek blijkt dat betrokkene
- benutbare mogelijkheden heeft
- maar dat hij die mogelijkheden naar verwachting binnen drie maanden zal verliezen, en
- dit verlies in een verzekeringsgeneeskundig onderzoek wordt vastgesteld;
terminale ziekte
- indien uit verzekeringsgeneeskundig onderzoek blijkt dat betrokkene benutbare mogelijkheden heeft
- maar dat hij wegens zijn terminale ziekte een zodanig slechte levensverwachting heeft
- dat hij die mogelijkheden naar verwachting binnen afzienbare termijn zal verliezen, en
- dit verlies in een verzekeringsgeneeskundig onderzoek wordt vastgesteld;
wisselende belastbaarheid
- indien uit verzekeringsgeneeskundig onderzoek blijkt dat betrokkene
- zodanig wisselend belastbaar is voor arbeid dat
- betrokkene geen benutbare mogelijkheden heeft.
Lid 3
Herbeoordeling bij verwacht herstel
Indien uit het verzekeringsgeneeskundig onderzoek blijkt dat
- betrokkene geen benutbare mogelijkheden heeft maar
- betrokkene die mogelijkheden naar verwachting na verloop van een periode wel zal hebben,
- vindt na verloop van die periode opnieuw een verzekeringsgeneeskundig onderzoek plaats.
Vaststelling wisselingen
Lid 4
Het wisselend belastbaar zijn voor arbeid, -artikel 2d-, wordt ten minste drie maal in een verzekeringsgeneeskundig onderzoek vastgesteld.
Lid 5
Voorwaarden GBM
Benutbare mogelijkheden als bedoeld in het tweede tot en met het vierde lid zijn alleen dan niet aanwezig indien:
- betrokkene is opgenomen in een ziekenhuis of
- in een instelling als bedoeld in …….
- met uitzondering van een inrichting waar geestelijk gestoorde delinquenten van overheidswege verpleegd worden;
- betrokkene bedlegerig is;
- betrokkene voor het uitvoeren van activiteiten van het dagelijks leven dermate afhankelijk is dat hij lichamelijk niet zelfredzaam is; of
- betrokkene als gevolg van een ernstige psychische stoornis
- in zijn zelfverzorging,
- in zijn directe samenlevingsverband alsook
- in zijn sociale contacten,
- waaronder zijn werkrelaties,
- niet of dermate minimaal functioneert
- dat hij psychisch niet zelfredzaam is.
geschikt eigen werk
Lid 6
Van het arbeidsdeskundig onderzoek kan worden afgezien
- indien de verzekeringsarts vaststelt dat
- betrokkene niet ongeschikt is tot het verrichten van zijn laatstelijk uitgeoefende arbeid.
…..,
Hoofdstuk 2. Het verzekeringsgeneeskundig onderzoek
Artikel 3. Doel verzekeringsgeneeskundig onderzoek
Het verzekeringsgeneeskundig onderzoek strekt ertoe vast te stellen of
- betrokkene ten gevolge van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling
- ongeschikt is tot werken.
Daarbij onderzoekt de verzekeringsarts of bij betrokkene sprake is van
- vermindering of verlies van lichamelijke of psychische structuur of functie,
- die vermindering of verlies van normale gedragingen en
- activiteiten en
- van normale sociale rolvervulling
- tot gevolg heeft.
Tevens stelt de verzekeringsarts vast
- welke beperkingen betrokkene in zijn functioneren in arbeid ondervindt
- ten gevolge van het verlies of vermindering van vermogens, …., alsmede
- in welke mate betrokkene belastbaar is voor arbeid.
….
Artikel 4. Kwaliteitseisen verzekeringsgeneeskundig onderzoek
Lid 1 sub a. schriftelijk
Het verzekeringsgeneeskundig onderzoek voldoet aan de volgende vereisten
- de gebruikte onderzoeksmethoden,
- argumentatie,
- bevindingen en
- conclusies van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek
- worden schriftelijk vastgelegd;
b. reproduceerbaar door andere verzekeringsarts
Een door een andere verzekeringsarts uitgevoerd verzekeringsgeneeskundig onderzoek zal tot dezelfde bevindingen en conclusies kunnen leiden;
c. consistent/concludent
De redeneringen en conclusies van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zijn vrij van innerlijke tegenspraak.
Lid 2 onderzoeksmethoden
De vaststellingen en het onderzoek, bedoeld in artikel 3, geschieden aan de hand van algemeen aanvaarde verzekeringsgeneeskundige onderzoeksmethoden die gericht zijn op het kunnen vaststellen van ongeschiktheid tot werken als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling.
Hoofdstuk 3. Het arbeidsdeskundig onderzoek
Artikel 5. Doel arbeidsdeskundig onderzoek
Lid 1
Het arbeidsdeskundig onderzoek strekt tot vaststelling van:
……
Sub d
volledige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 4 van de Wet WIA; of
sub e
de mate van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, bedoeld in artikel 5 van de Wet WIA, …… ZW.
Lid 2 maatman versus resterende verdiencapaciteit
Bij het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, d en e, wordt
- het maatmaninkomen per uur van betrokkene
- vergeleken met
- hetgeen hij met arbeid kan verdienen.
………
Artikel 7. Inkomsten en verdiensten voor vaststelling van het maatmaninkomen
Lid 1
Bij de vaststelling van het maatmaninkomen, ……in artikel 1 van de Wet WIA, worden;
- het inkomen,
- de inkomsten uit arbeid en
- de verdiensten van de gezonde …. bepaald
door van de verzekerde ..in aanmerking te nemen:
sub a
Het loon in de zin van ….. WSFV
sub b
Het loon in de zin van …Wet op de loonbelasting 1964,
sub c
Het belastbaar loon of het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden,
sub d
De belastbare winst uit onderneming,… vermeerderd met de ondernemersaftrek, …. en vermeerderd met de MKB-winstvrijstelling, …….
Lid 2
Indien de berekening van ….. leidt tot een negatief bedrag, wordt het resultaat, onderscheidenlijk de winst op nihil gesteld.
Lid 3
In afwijking van het eerste lid, wordt voor de vaststelling van het maatmaninkomen, niet als inkomen, inkomsten uit arbeid of verdiensten in aanmerking genomen:
sub a
het loon uit vroegere dienstbetrekking …..
sub b
Loondervingsuitkeringen, al dan niet vermeerderd met een toeslag op grond van de Toeslagenwet en de door de werkgever betaalde aanvullingen op die uitkeringen;
…..
Artikel 7a maatmaninkomen bij inkomsten en verdiensten in de vorm van loon
maatmaninkomen
Lid 1
Het maatmaninkomen, …. wordt vastgesteld door
- het loon, ..
- dat de verzekerde met de maatgevende arbeid in het refertejaar heeft verdiend
- te delen door het aantal uren van die maatgevende arbeid in het refertejaar,
- waarbij het loon geacht wordt te zijn genoten in het aangiftetijdvak waarover de werkgever of de inhoudingsplichtige van dat loon opgave heeft gedaan.
Lid 2
Bij de toepassing van het eerste lid worden
- het loon verdiend met maatgevende arbeid en
- het aantal uren van de maatgevende arbeid in volledige aangiftetijdvakken in aanmerking genomen en
- worden daarbij de aangiftetijdvakken buiten beschouwing gelaten waarin
- geen sprake is van maatgevende arbeid van de verzekerde
- sprake is van arbeid in een urenomvang die niet maatgevend is.
Lid 3
Het UWV stelt een andere periode
- van maximaal één jaar vast
- waarover het inkomen en het aantal uren van de maatgevende arbeid in aanmerking worden genomen,
indien
- in het refertejaar geen sprake is van maatgevende arbeid of
- van arbeid van een urenomvang die maatgevend is.
Lid 4
Indien
- de verzekerde feitelijk geen inkomen heeft verdiend met maatgevende arbeid of
- arbeid van een urenomvang die maatgevend is,
neemt het UWV het inkomen in aanmerking,
- dat de verzekerde zou hebben verdiend,
- indien hij de maatgevende arbeid of
- arbeid in de urenomvang die maatgevend is,
- zou hebben verricht,
- alsmede het aantal uren van die arbeid.
Lid 5
Het UWV kan loon in aanmerking nemen, waarvan geen opgave is gedaan in de aangiftetijdvakken in het refertejaar, indien de verzekerde aantoont, dat hij daarop wel recht had in die aangiftetijdvakken.
Artikel 8. Indexering
Lid 1
Bij de vaststelling van het maatmaninkomen,
- worden het inkomen,
- de inkomsten uit arbeid en
- de verdiensten,
in aanmerking genomen, vanaf
- het begin van het eerste in aanmerking genomen aangiftetijdvak
- aangepast aan de eerst-gepubliceerde cijfers van de index van de CAO-lonen per uur
- inclusief bijzondere beloningen, zoals die uiterlijk ten tijde van het arbeidsdeskundig onderzoek, door het CBS wordt gepubliceerd.
Lid 2
Nadat een eerste beoordeling in verband met de vaststelling, …., wordt bij
- een hernieuwde vaststelling,
- een heropening,
- een herleving of een herziening van de uitkering
geen rekening gehouden met na die eerste beoordeling opgetreden wijzigingen in het maatmaninkomen, met dien verstande dat
- bij de hernieuwde vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid
- het maatmaninkomen wordt aangepast aan
- de eerst-gepubliceerde cijfers van de index van de CAO-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen,
- zoals dit uiterlijk ten tijde van het arbeidsdeskundig onderzoek door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt gepubliceerd.
Lid 3
In gevallen waarin het maatmaninkomen voor het laatst is vastgesteld voor 1 januari 2001 ……….
Resterende verdiencapaciteit = in aanmerking te nemen arbeid
Artikel 9
Bij bepaling van hetgeen betrokkene nog met arbeid kan verdienen worden de volgende regels in acht genomen:
- bekwaamheden aanleren
In aanmerking wordt genomen die algemeen geaccepteerde arbeid
- waarmee betrokkene per uur het meest kan verdienen,
- waaronder mede wordt begrepen arbeid waarvoor bekwaamheden nodig zijn
- die algemeen gebruikelijk zijn en
- binnen zes maanden kunnen worden verworven,
- tenzij betrokkene niet over dergelijke bekwaamheden beschikt en
- als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek
- dergelijke bekwaamheden niet kan verwerven.
Onder deze bekwaamheden worden ten minste verstaan
- mondelinge beheersing van de Nederlandse taal en
- eenvoudig computergebruik.
Ingevoegd:
Regeling nadere invulling algemeen gebruikelijke bekwaamhedenwetten.nl - Regeling - Regeling nadere invulling algemeen gebruikelijke bekwaamheden - BWBR0017204 (overheid.nl)Besluit:Artikel 1. Mondelinge beheersing van de Nederlandse taal Onder mondelinge beheersing van de Nederlandse taal als bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten wordt verstaan: het verstaan en spreken van de Nederlandse taal voorzover dit nodig is bij functies waarvoor geen opleiding dan wel een opleidingsniveau tot afgerond basisonderwijs vereist is. Artikel 2. Eenvoudig computergebruik Onder eenvoudig computergebruik …wordt verstaan: het bedienen van computerapparatuur voorzover dit nodig is bij functies waarvoor geen opleiding dan wel een opleidingsniveau tot afgerond basisonderwijs vereist is en waarvoor geen schriftelijke taalbeheersing nodig is. |
Deze arbeid wordt nader omschreven in de vorm van
- ten minste drie verschillende in Nederland uitgeoefende functies.
- Deze functies vertegenwoordigen ieder ten minste drie arbeidsplaatsen.
- De gegevens met betrekking tot de in aanmerking genomen functies, met alle daaraan verbonden specifieke aspecten inzake belasting, beloning en opleidingseisen mogen
- op het moment van de datum waarop de ter gelegenheid van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling gegeven beschikking betrekking heeft,
- niet ouder zijn dan 48 maanden;
b. urenomvang functies
Bij het bepalen van de urenomvang van de onder a bedoelde functies
- mogen ook functies in aanmerking worden genomen
- met een omvang groter dan de urenomvang van de door de .. gezonde persoon uitgeoefende arbeid,
- tenzij betrokkene voor een geringer aantal uren belastbaar is,
- in welk geval de urenomvang van de onder a bedoelde functies
- niet meer bedraagt dan dat aantal uren;
c. voorzieningen
Arbeid, die door betrokkene alleen kan worden verricht
- na toepassing van zodanige voorzieningen,
- dat het accepteren van die toepassing
- in redelijkheid niet van een werkgever kan worden verlangd,
- blijft bij de toepassing van onderdeel a buiten beschouwing
d. functionele leeftijdsgrens
Arbeid, die niet door betrokkene kan worden verricht
- omdat voor het verrichten van die arbeid een
- in de wet of collectieve arbeidsovereenkomst neergelegde functionele leeftijdsgrens geldt,
- die door betrokkene is overschreden of nog niet is bereikt,
- blijft bij de toepassing van onderdeel a buiten beschouwing;
- kenmerken
Indien betrokkene
- zodanige kenmerken heeft,
- dat van een werkgever in redelijkheid niet kan worden verlangd hem in bepaalde arbeid te werk te stellen,
- blijft die arbeid bij de toepassing van onderdeel a buiten beschouwing;
- nachtwerk
Bij de toepassing van onderdeel a
- blijft arbeid die meer dan incidenteel tussen 0.00 uur en 6.00 uur wordt verricht
- buiten beschouwing,
- tenzij de gezonde persoon, ….. in dergelijke arbeid werkzaam is;
- jeugdloon
Indien betrokkene de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt wordt onderdeel a toegepast alsof hij die leeftijd heeft bereikt;
- praktische schatting
in afwijking van de onderdelen b en f wordt
- uitgegaan van de arbeid die feitelijk wordt verricht,
- mits dit leidt tot een lagere mate van arbeidsongeschiktheid dan de met toepassing van onderdeel a en artikel 10 vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid;
- alleen bij passend werk
Voor de toepassing van onderdeel h wordt onder arbeid die feitelijk wordt verricht
- mede verstaan
- arbeid die na het intreden van de arbeidsongeschiktheid feitelijk is verricht en
- waartoe de betrokkene met zijn krachten en bekwaamheden in staat is.
Artikel 10. Feitelijke loonwaarde
Lid 1 sub a
Bij de berekening van hetgeen betrokkene met arbeid kan verdienen, wordt:
- uitgegaan van de urenomvang van de arbeid,
- die …. in aanmerking wordt genomen,
- tenzij betrokkene voor een geringer aantal uren belastbaar is,
- in welk geval van dit aantal wordt uitgegaan; en
- in aanmerking genomen het loon
- van de middelste van de .. bedoelde functies.
Lid 2 jeugdloon aanpassen
Indien betrokkene de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt
- wordt het inkomen per uur dat hij na toepassing van het eerste lid met arbeid kan verdienen
- verlaagd door het te vermenigvuldigen met het minimumloonpercentage,
- … van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag,
- tenzij wordt uitgegaan van feitelijke inkomsten uit arbeid.
Lid 3 resterende verdiencapaciteit gemaximeerd op maatmanloon per uur
Indien het inkomen per uur
- dat betrokkene na toepassing van het eerste en tweede lid met arbeid kan verdienen,
- meer bedraagt dan zijn maatmaninkomen per uur,
- wordt hetgeen hij met arbeid kan verdienen
- niet hoger gesteld dan zijn maatmaninkomen per uur.
Lid 4
Het derde lid vindt geen toepassing:
a.
indien wordt uitgegaan van de feitelijke inkomsten uit arbeid; of
b.
indien betrokkene nog tot arbeid in dezelfde omvang in staat is als de in artikel 6 bedoelde gezonde persoon.
Lid 5
Voor zover het niet gaat om feitelijke inkomsten uit arbeid, wordt onder het loon, bedoeld in dit artikel, verstaan:
- het loon in de zin van WSFV voor de werknemer in de zin van die wet,
- dat voor de desbetreffende functie gebruikelijk is.
- Hierbij wordt geen rekening gehouden met incidentele loonbestanddelen of
- loonbestanddelen die op de persoon van de werknemer betrekking hebben.
Lid 6
De feitelijke inkomsten uit arbeid in dit artikel worden vastgesteld door hetgeen daarvoor op grond van artikel 7 in aanmerking wordt genomen.
Artikel 11a. Correcties voor vakantiebijslag en componenten arbeidsvoorwaardenbedrag
….