Ondanks dat herhaaldelijk in de lagere rechtspraak is geoordeeld dat in sommige gevallen een werkgever op het oordeel van de bedrijfsarts mag vertrouwen, heeft de Centrale Raad van Beroep in de uitspraak van 23 november 2023 vastgehouden aan het uitgangspunt dat het onjuiste medische oordeel van de bedrijfsarts voor rekening en risico van de werkgever komt. In die uitspraak is wel een “escape’ opgenomen. De Raad heeft in die uitspraak namelijk – kort gezegd – geoordeeld dat bij de benadering voor rekening en risico van, de bedrijfsarts een bepaalde professionele marge wordt gegund.
In een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 17 juli 2024 (ECLI:NL:RBMNE:2024:4322) heeft een werkgever op deze ‘escape’ een beroep gedaan. In die zaak heeft het UWV aan de werkgever een loonsanctie opgelegd vanwege een onjuist medisch oordeel van de bedrijfsarts. De werkgever stelt in beroep dat zij erop mocht vertrouwen dat de bedrijfsarts e.e.a. adequaat heeft ingeschat en de sociaal-medische begeleiding adequaat was, althans de bedrijfsarts binnen de professionele marge heeft gehandeld. De werkgever wijst daarbij op een rapport van een arts van Ergatis, ook daarin zijn -net zoals de verzekeringsarts B&B dat heeft gedaan- vergaande beperkingen aangenomen.
Volgens de rechtbank staat het inhoudelijke oordeel in deze zaak los van de sociaal-medische begeleiding door de bedrijfsarts. De begeleiding is namelijk inadequaat geweest: de bedrijfsarts heeft geen medische informatie opgevraagd (terwijl de bedrijfsarts dat zelf wel nodig vond!). Doordat er onvoldoende medische informatie beschikbaar was, wist de bedrijfsarts niet wat er medisch gezien speelde en was het onmogelijk de werknemer goed te re-integreren.
Kortom: de rechtbank wijst het beroep van de werkgever af en verklaart het ongegrond. Uit deze uitspraak volgt (opnieuw) dat slechts in hoogst uitzonderlijke situaties de werkgever zich achter een onjuist medisch oordeel en handelen van de bedrijfsarts.
De werkgever moet in de verzuimbegeleiding alert op blijven op het handelen van de bedrijfsarts. De werkgever kan door middel van een gerichte vraagstelling richting de bedrijfsarts, de bedrijfsarts hierin enigszins sturen. Mocht desondanks een loonsanctie worden opgelegd, dan heeft de werkgever een civielrechtelijke ‘escape’ door de arbodienst/bedrijfsarts civielrechtelijk aansprakelijk te stellen. Immers, het feit dat de verantwoordelijkheid van het (inadequaat) handelen van de bedrijfsarts sociaalverzekeringsrechtelijk voor rekening en risico van de werkgever komt (loonsanctie), betekent niet dat de civielrechtelijke verantwoordelijkheid op grond van de arbodienstverleningsovereenkomst bij de arbodienst/bedrijfsarts ligt!
