Een werknemer die met zwangerschapsverlof wil gaan moet besluiten hoe lang zij wil doorwerken. Zij moet op basis van de bepalingen van de WAZO twee weken voordat ze met verlof gaat aangeven of haar verlof ingaat 6 weken voorafgaande aan de bevalling of maximaal twee weken later.
Artikel 3:11 lid 1 WAZO;
- de vrouwelijke werknemer of gelijkgestelde
- die in aanmerking wenst te komen voor toekenning van een uitkering in verband met zwangerschap en bevalling,
- doet de aanvraag daartoe door tussenkomst van de werkgever
- bij het UWV uiterlijk twee weken vóór de datum van ingang van het zwangerschapsverlof
- onderscheidenlijk de datum waarop zij het recht op uitkering wil laten ingaan.
Bij die aanvraag wordt gemeld:
- de vermoedelijke datum van bevalling, onder overlegging van de verklaring van een arts of van een verloskundige waarin die datum is aangegeven;
- de datum waarop het zwangerschapsverlof ingaat dan wel de datum waarop de gelijkgestelde het recht op uitkering wil laten ingaan.
De beslissing over de startdatum van het verlof kan de zwangere vrouw en haar werkgever derhalve op basis van de WAZO voor zich uitschuiven tot de zevende maand van haar zwangerschap. Mogelijk dat er in de CAO of anderszins andere regels gelden bij de werkgever of de branche.
Als de vrouw ervoor kiest door te werken tot 4 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum, kan het gebeuren dat ze haar werk niet kan volhouden tot het geplande verlof. Dat kan door zwangerschapsklachten komen, maar ook door geheel andere klachten, een griep, een gebroken enkel, wat dan ook. In dat geval heeft de werkneemster recht op loon, echter ook recht op een Ziektewetuitkering die betaalbaar gesteld (door het UWV) wordt naar het volledige dagloon. Die uitkering kan op haar loon in mindering worden gebracht zodat die niet tot uitbetaling komt.
De vrouw die kiest voor doorweken tot 4 weken voor de verwachte bevalling en zich ziek meldt, verlengt daarmee niet haar totale verlofperiode. De perioden waarin zij Ziektewetuitkering kreeg wordt voor de totale termijn van het recht op WAZO-uitkering meegeteld. Dat is ook het geval als de zwangere vrouw in die twee weken gedeeltelijk haar werk heeft gedaan, zo is in de jurisprudentie terug te vinden.